Logboek

Duiken bij Terschelling.

Zaterdag 23 mei om 07.00 uur bij de boot aangekomen.

Samen met Peter Vet en Rene Sier, boot gestart en richting sluis gevaren.

Door de sluis en rond 08.00 uur op de kop van Den Helder, daar de Texelstroom ingevaren richting het scheurrak.

Helaas hadden we de stroom tegen maar ja we wilden op tijd bij Terschelling zijn.

Voor de Slenk de Brandaris opgeroepen en richting de haven gevaren, vlak voor de haven afgemeld bij de Brandaris en hierna de havendienst opgeroepen dat we bij de duikschepen wilde liggen, dat was geen probleem, naast de Red Rover van Hugo. En om 11.00 uur lagen we vast.

foto1

Dus de Northseadivers lagen netjes bij elkaar. De Red Rover lag er vrijdag al, want Hugo gaat altijd het hele Pinksterweekend.

’s Morgens hadden ze niet gedoken omdat er toch wel een bries stond.

Maar in de middag konden we wel een duik pakken in het Oosterom achter Terschelling.

Daar liggen nog een paar wrakjes, De Walsum en de Boetak, het werd hoogwater dus misschien hadden we nog goed zicht ook.

We moesten eerst nog wachten met het anker gooien want ze waren bezig met een zeilwedstrijd en de cardinale ton werd als keerpunt gebruikt.

Ik voer voorop omdat ik het wrak goed op de sonar had, toen ik recht over het wrak voer zat Hugo recht achter me, via de marifoon gaf ik het sein dat ik er recht bovenzat.

Toen hij hem op de dieptemeter kreeg ging de dreg overboord.

Toen alles goed lag bracht ik mijn boot naar de ankerlijn van Hugo en gaf het sein aan de duikers dat ze te water konden.

foto2

Daarna ben ik verderop gaan leggen zodat ik evengoed nog goed zicht had op het duikgebied.

Na de duik Peter en Rene weer opgepikt.

Toen alles weer aan boord was gingen we met twee boten weer retour naar de haven, daar konden we naast de Zeester gaan liggen.

foto3

Ondertussen had ik al een paar biertjes gehad, de rest nam er ook maar één.

Ondertussen was het al bijna 19.00 uur dus ben ik aan het eten begonnen, 15 minuten later konden we eten.

foto 35

Nadat de pannen leeg waren werd het al een beetje drukker aan boord.

Hugo en Leonard kwamen er ook bij. Ondertussen werd er ook een fles jutterbitter open gemaakt, dat ging er wel in.

foto4

Nadat we verschrikkelijk veel lol hadden gehad sloeg de klok alweer 03.00 uur in de ochtend, bij mij ging het licht al een beetje uit.

Toen de hut geloof ik leeg was in mijn beleving, ben ik gaan slapen.

De volgende dag werden er mij een paar dingen duidelijk gemaakt en wat bleek het was de avond iets anders gegaan, ze hebben me moeten helpen om in mijn slaapzak te komen.

Met een behoorlijke kater aan het ontbijt en daarna de boot gestart om te gaan duiken op zee.

Via het Boomkensdiep en het Thomas Smit Gat naar buiten, Hugo kon deze route al dus ik zat kort op hem vooral omdat daar redelijk wat zandbanken zitten. De Wilhelmina van Piet Greben was ook buiten. Wij gingen naar de Stolzenfels.

Daar aangekomen hadden we een redelijke golfslag maar het was te doen. De mannen maakten een beste duik, tijdens de duik kreeg ik nog even visite van de douane, na een kort gesprek gingen ze weer verder met het controleren van andere boten.

foto5

Toen iedereen weer boven was gingen we weer retour naar het Thomas Smit Gat.

Bij de Slenk de andere gedag gezegd en gingen wij weer retour Den Helder.

Na twee heerlijke dagen waren we om 16.30 uur weer terug.

 

Coen van de Mac. O

 

 

 

 

De Renate Leonard is een van de meest intrigerende wrakken in de Noordzee. Grote fortuinen werden geïnvesteerd om het goud dat volgens geruchten in het wrak zat te bergen.

 vic2 Het is nog midden in de nacht wanneer ik bruusk ontwaak door het geluid van mijn wekker. Ik heb echter geen tijd te verliezen want om 6 uur moet ik in De Helder op de kade staan waar ik afgesproken ben met de duikploeg van Coen Onstwedder. Na nog snel een koffie ben ik samen met mijn echtgenote Agnes onderweg om de 250 km te overbruggen naar het noorden van Nederland. Precies op tijd komen we aan in de haven en worden daar gegroet door Coen , Ferry en nog enkele anderen die mee de trip zullen maken naar het wrak van de Renate Leonard .

Ik hoorde reeds jaren geleden over dit wrak maar had nooit de gelegenheid om er op te duiken.  Dus ben ik blij dat deze jongens mij de kans geven om deze langverwachte droom te realiseren. Nadat we alle materiaal hebben ingeladen gaan we door de sluis naar open zee. Coen en de bemanning hebben veel ervaring in het opsporen en dreggen  van wrakken en niet veel later liggen we geankerd boven het wrak. Er staat nog stroming dus wachten we nog even tot deze verder afneemt. Veel minder word het echter  niet en een 30 minuten later spring ik na Ferry in het water om de ankerkoord te volgen naar het wrak. De stroming gaat nog hard te keer en ik moet alle zeilen bijzetten om met mijn rebraether en bijbehorende stage naar het wrak te zwemmen. Ook de zichtbaarheid is niet echt denderend met ongeveer 1,5meter. Wanneer ik op het wrak ben aangekomen kijk ik eerst even rond mij  of zichtbaarheid voldoende is om te fotograferen en besluit om onmiddellijk terug te keren om mijn camera te halen die op de boot ligt. Terugkeren gaat een stuk makkelijker maar wanneer Coen de camera heeft gegeven moet ik terug een enorme inspanning leveren om een tweede maal naar het wrak te zwemmen.

Wanneer ik daar aankom moet ik eerst enkele minuten rusten en op adem komen. Ik volg daarna de lijn die Ferry heeft uitgerold op het wrak en zie duidelijk onderdelen van de stoommachine en de krukas. Het wrak is door de verschillende bergingspogingen zwaar beschadigd. Maar deze duik heeft toch veel spanningskracht door het verhaal dat er aan vast hangt. Ik maak een aantal opnamen in de hoop dat er een paar goede bijzitten voor mijn reportage voor het magazine duiken. Nadat we een 45 minuten op het wrak vertoeft hebben is het tijd om op te stijgen en moet ik toch denken aan de vele goudblokken die wij zelf ook niet gezien hebben of zich mogelijk toch nog onder  het Noordzee zand bevinden?  Het zal voor een volgende keer zijn dat we rijk gaan worden van het duiken naar scheepswrakken. Maar ik heb wel samen met Coen, Ferry en de anderen een fantastische dag beleefd aan boord van de Mac O !

Vervolg in een van de volgende uitgaven van DUIKEN magazine. 

vic3

Vic Verlinden
www.vicverlinden.com

logo_wreckdiveteam

Sinds 2009 heeft de Mac.O de transducer onder de kiel zitten waardoor de positie van obstakels en wrakken onderwater veel nauwkeuriger in kaart gezet kunnen worden.
In dit zelfde jaar hebben de Northseadivers een camera ontwikkeld waardoor bij twijfel van het sonarbeeld de camera te water wordt gelaten om het punt nader te onderzoeken.
clip1

Ook dit jaar is gebruikt als leerjaar voor het werken met en interpreteren van de sonarbeelden.
Dit alles is natuurlijk wel een investering en waar je geld en tijd instopt wil je natuurlijk ook resultaat zien.

De eerste keer dat we serieus gingen zoeken naar onontdekte wrakken was met Hugo Raven van de Red Rover. Dit was medio 2009. En dit was gelijk al een goede dag, we vonden na een paar uur sonarren (nieuw werkwoord) een obstakel, het was op de sonar maar een heel klein puntje.
Nadat we de positie van de sonar in de kaartplotter hadden gezet gingen we rond de kentering naar het ontdekte punt. Hugo ging even kijken of het inderdaad een obstakel of wrak was.
De camera was toen nog niet klaar. Toen hij na 30 minuten weer bovenkwam zat er een brede grijns op zijn gezicht en jawel we hadden ons eerste onontdekte wrak te pakken, het zit wel aardig onder het zand zo zei hij maar we moeten er elk jaar even gaan kijken. Het wrak komt gerust wel een keer naar boven vooral omdat de bodem rond Texel erg verandert. Na de duik gingen we vrolijk verder met sonarren, maar waar je op moet letten na zo’n ontdekking, dat je niet elk puntje wat je op de sonar ziet dat gaat identificeren als een wrak want je staat dan constant van enthousiasme te springen in de stuurhut tot grote irritatie van je medebemanningsleden.
Die zien je dan eigenlijk liever van enthousiasme overboord springen, lekker rustig.

clip2

Dus eigenlijk hebben we nu binnen de Northseadivers een zeer mooi aanbod van boten.
De Mac. O als sonar/camera schip en de Red Rover als bergingsschip. En dat binnen één clubje is natuurlijk een groot goed. Ook worden er door anderen onderzoek op de wal gedaan om achter bepaalde puntjes te komen om dat ook weer te kunnen onderzoeken.
Nu september 2009 hebben we al heel wat sonarbeelden van onontdekte puntjes, dus als het weer een beetje meezit met weinig wind gaan we er weer op uit.
Er staan natuurlijk genoeg duikers te trappelen van ongeduld maar dit jaar is ons eigenlijk niet gegund want rond Den Helder heb je vaak veel wind, maar daardoor liggen er waarschijnlijk ook veel wrakken. Rond Texel en de Haaksgronden liggen bijzonder veel wrakken, er is een ruime keuze, natuurlijk is het onze bedoeling om veel onontdekte wrakken te vinden, en uiteraard als we deze punten hebben onderzocht brengen we deze wrakken in kaart.
We proberen uiteraard zoveel mogelijk van een wrak te achterhalen zodat we weten wat voor een schip het was, wat zijn lading was, bestemming e.d.
Dit is natuurlijk een behoorlijke klus, maar ook interessant en misschien vinden we nog eens de zilvervloot of goudenvloot, klinkt beter.

Coen, van de Mac. O

Een dagje sonar-ren

Vandaag weer een heerlijk dagje aan het sonarren geweest.
Vanochtend om 08.30 de touwen los en richting de sluis. Vandaag Hugo, Peter en Ernst als duikers mee.
Na de Verkeerscentrale aangeroepen te hebben gingen we op weg naar het Molengat waar we al redelijk snel waren, daarna richting het Eierlandsegat.
We vonden al redelijk vroeg een puntje met de sonar, waarop Hugo zijn duikpak aantrok en even ging kijken, we zaten op dat moment zo’n 2,5 uur voor de kentering dus de stroom stond er nog best in.
Maar na flink aan het ankertouw getrokken te hebben verdween Hugo onderwater, na een 15 minuten kwam hij bovenwater en melde dat het een wrak was of in ieder geval de lading.
We besloten om verder te zoeken, om als de kentering er was hier weer te gaan duiken.
Zo gezegd zo gedaan. We gingen weer verder noordelijk, na een uur vonden we een ander puntje, nu ging Ernst naar beneden, die bleef iets langer weg dan Hugo met de eerste duik.  
Toen die boven kwam riep hij dat Peter en Hugo ook konden komen want ook dit was weer
een wrak.
sonar1 (1)

Toen die verdwenen waren ging ik een beetje opruimen aan boord, af en toe even kijken of Ernst nog niet bovenkwam want die was al weer een tijdje weg de tweede keer.
Ik zag op dat moment al wel een zeiljacht op onze lijn navigeren, nu schijnt het volgens mij bij zeilers een gewoonte te zijn om heel dicht langs boten te varen die een ankerbol en duikvlag op dak hebben staan. Misschien wordt het eens tijd dat die mensen een cursus gaan volgen wat een seinvlag betekent, dit jacht heet Veni Vici uit Den Helder.
Het bleef maar doorvaren zonder ook maar koers te verleggen, ik stond druk te gebaren dat hij om moest, ik had al een fender aan de anker lijn gebonden zodat ik de complete ankerlijn met vat te water kon gooien als die gek door bleef varen. Op het allerlaatste moment gooide de debiel het roer om, ik stond met mijn vinger op het voorhoofd te wijzen, zulke mensen hebben geen idee wat ze aan het doen zijn.
Als eerste kwam Ernst naar boven, Hugo kwam een kwartier later en als laatste kwam Peter omhoog die moest de hefballon met dreg nog omhoog blazen.
sonar2 (1)

Toen de dreg achter de boot was kwam Ernst even helpen want Hugo had er wat aangebonden.
Dit was een ijzeren bak met steentjes en ander spul, wat het precies is weten we pas als het schoon is. Toen iedereen zich aan het omkleden was begon ik alvast aan de terugreis, bij de Molengat 6 haalden we de bewuste zeilboot in, die ook naar Den Helder moest.
Met zo’n 18 knopen kwamen we het Marsdiep binnen varen, de MS Zeehond zat nog net voor ons, die was vanaf de Molengat 7 gelijk met ons meegegaan.
Na de sluis de boot schoongemaakt en afgemeerd in de haven. Klaar voor de volgende trip.

Coen van de Mac O

Na de vakantie eens even een mailtje sturen naar Coen, met hierin de vraag of er binnenkort nog plek was op de boot voor een dagtrip. Binnen 5 minuten werd ik opgebeld, waarin verteld werd dat er misschien zondag wel werd gedoken. Mits het weer het toe laat uiteraard. Die zaterdagmiddag kregen we het verlossende antwoord. Ja het gaat door. Er was voor 2 personen ruimte, want hij had ook al andere duikers aan boord.
Marcel en ik hadden er nu al zin in, de dubbel 7 werd opgetopt en de spullen gereed gezet. Deze stonden nog bij mij in de garage en bij wijze van spreken nog niet droog van de vorige duik. Vroeg naar bed en de volgende ochtend stond ik om 6:15 uur bij Marcel op de stoep. De reis ging naar Den Helder. Om 7:30 uur kwamen we aan in de haven, en we laadden de spullen alvast aan boord. De kapitein liet niet lang op zich wachten, we werden aan een aantal andere duikers voorgesteld en om 08:00 uur werd de boot gestart en voeren we de haven uit.
Binnen 5 minuten zat de sfeer er al goed in. Een ieder had er zin in, en zo vertrokken we door de sluis van Den Helder richting de Noordzee. Er stond nu redelijk wat golfslag, vors meer dan vorige keer. Marcel ging weer sturen, dit lijkt gewoonte te gaan worden. Maar onder de kenners weten we dat dit een diepliggende gedachte heeft. Marcel voelde zich “king of road”. En zo vaart hij dan ook, inclusief bochten en rotondes. Normaal gesproken vaar je er een uurtje over, maar we hebben er iets langer over gedaan omdat er geen rechte lijn werd gevaren. Na een tijdje werd de motor zachter gezet en gingen we op sonar het wrak zoeken. We gingen vandaag duiken naar de “Minataur”. Een oorlogsschip van de Engelsen welke op 22 december 1810 op een zandbank liep. Een vrij oud schip, maar we zouden toch dingen moeten kunnen herkennen. Tevens zouden er nog kanonnen bevinden op de bodem van de zee. Het wrak werd gelokaliseerd en het anker werd overboord gegooid. Het anker heeft heel even gekrabbeld, maar zette zich al snel vast. Marcel en ik gingen samen duiken, nadat we de spullen om hadden gedaan liep ik richting het achterdek. Nadat ik het sein had gekregen dat ik overboord mocht stappen liet ik mij in het water glijden. Er was een touw gespannen tussen het  achterdek en ankerlijn. Hier zwom ik dan ook direct naartoe. Bij de ankerlijn die naar beneden ging lag mijn gereedschap al geduldig op mij te wachten net zoals een extra complete persluchtfles. Ik koppelde het gereedschap aan een D-ring van mijn trimvest en vervolgde mijn weg naar het anker. Vooraf was afgesproken dat ik het anker zou controleren of deze wel goed vastzat. Daar aangekomen heb ik het anker iets dieper en steviger vast gezet en draaide mij om richting ankerlijn om te kijken of Marcel al beneden was. Die bleek al in opperste staat van paraatheid te zijn en nadat we de wrakkenklos hadden vastgemaakt aan het anker begonnen we aan onze duik. Binnen 5 minuten hadden we een holletje gevonden waar wel eens iets in kon zitten. Ik gebaarde naar Marcel en deze zat er gelijk met kop en oren in. Niet veel later kwam hij tevoorschijn met een rond gevaarte in zijn hand. Het was een kanonskogel, ook ik zag een bult met gevaarte liggen en begon met mijn wandelstok (breekijzer) een hefboom te creëren. Na wat krachtmetingen had ook ik iets in de handen wat zou kunnen duiden op een kanonskogel. Beide gevallen werden in de gevonden voorwerpen bak gedeponeerd en vakkundig dicht gesnoerd met behulp van een strop. De strop werd hierna vast gemaakt aan de kleine hefballon die voor het horizontale afstand gebruikt werd om de grote hefballon te bereiken. Deze kleine hefballon was een uitkomst. Een leer die we uit de vorige duik getrokken hadden. Het ging perfect. Het tasje met ijzer werd vastgemaakt aan de grote hefballon waar ook het anker aan vastzat en de duik werd voortgezet. We hebben een aantal kanten op gezwommen, waar stuitten alleen op zand. Toen op het moment dat we de andere kant van het wrak maar eens gingen bezoeken keek ik naar de manometer van Marcel, 90 bar. Normaal gesproken ben ik zuiniger met mijn lucht dan Marcel, maar ik had wel wat arbeid verricht. Toch maar even kijken, nog maar 60 bar. Verhip, dit had ik niet van mijzelf verwacht. Maar arbeid onder water neemt veel lucht. Nu wist ik dit wel, maar ik had het nog niet in deze mate bij mezelf mee gemaakt. Een extra reden om de compressor om te bouwen naar 300 bar, de dubbel 7 300 bar had ik inmiddels al, alleen de vulmogelijkheid nog niet. We maakten ons los van de ankerlijn en gingen via de ankerlijn omhoog. De andere duikers zouden het anker lichten m.b.v. de grote hefballon. Nadat we enige tijd op 5 meter hadden gehangen ben ik richting achterdek gezwommen en aan boord gestapt.
Het was voor Marcel en mij wel even spannend op het moment dat de hefballonnen met hieraan de kanonskogels aan boord kwamen. Hadden we alles wel goed vast gemaakt, is het wel naar boven gekomen, krijgen we het heelhuids aan boord en is het brok ijzer van Bjorn nu echt wel een kanonskogel. Ons geduld werd gelukkig niet lang op de proef gesteld. Al snel kwam de hefballon boven en niet veel later de 2 andere duikers. Nadat de andere duikers aan boord waren gestapt werd de ballon richting het achterdek gedirigeerd. Het koste ons enige moeite, maar alles is veilig aan boord gekomen. Vol trots staan we hieronder op de foto met kanonskogels in de tas, net nadat deze aan boord werd gehesen.

kogels

Hierna werden alle spullen weer in de tassen gedaan en ging de reis naar Texel. Hier hebben we een speciaal biertje gedronken, namelijk Texels bier. Een naam die je niet snel verwacht op dit eiland. Ik moet zeggen, dit is een biertje die iets wat zoet overkwam. Je drinkt er geen liters van op, maar zo op zijn tijd. Je vaart toch langs het eiland, en je moet de dag wel helemaal pakken.  Nadat we het toilet ook hadden bezocht en hadden afgerekend liepen we weer richting de Mac O.
De trossen werden losgegooid en we voeren richting de haven van Den Helder. In de sluis nog wat vis chanteren, dit slaagde helaas niet maar het was het proberen waard. In de haven hebben we nog een drankje genomen, geproost op een geslaagde dag en heerlijk van het zonnetje genoten. We mogen weer terugkijken op een fantastische dag, leuk gezelschap en vooral een mooi souvenir voor thuis.

Thuis gekomen ben ik verder gaan bikken, en ook ik ben in het bezit van een kanonskogel van de “HMS Minataur”. De kogel ligt nu in een bak met zoet water. Hier mag hij eerst nog wel even in liggen, circa een jaar. Hierna is er een mogelijkheid om de kanonskogel goed geconserveerd te krijgen, namelijk door het verhitten in een oven. Dus over een jaar nog maar eens kijken of dit gaat lukken. In die tussentijd moet het water wekelijks ververst worden, dus zie ik hem nog wel regelmatig. Hij kan straks mooi in de voortuin liggen, naast het anker uit Zeeland.

Hieronder nog even een foto van Marcel met de kanonskogel in de handen.

marcel

Met vriendelijke groet,

Bjorn Sloos en Marcel Vreeling Duikteam Heerenveen