19 augustus 2012.
Afgesproken om 07.15 uur in de haven, iedereen was op tijd. Ernst, Hans, Richard en Leonard. We waren ruim op tijd dus we konden rustig de boot volladen. De flessen voor de tweede duik gingen onderin in het ruim.
De opgebouwde setjes konden tegen de zijkant worden vastgezet. Sluis opgeroepen dat we eraan kwamen, de sluiswachter zij dat de sluis al openstond aan de binnenkant dus we hadden alles mee. We zouden naar de graanboot gaan, en het was nog even de vraag of het de graanboot zou worden of de Tiny Simone die er bijna tegen aan ligt. Maar dat zouden we nog even bekijken. Het zou een prachtige dag worden met bijna geen golven, wat wil een mens nog meer. Toen we Den Helder verlieten was er toch wel sprake van een briesje dus of windguru het bij het rechte eind had moest nog blijken. Via het Molengat naar buiten en tussen de Molengat 7 en 9 door kwamen wij op zee. En wat wij niet verwacht hadden en windguru ook niet hadden wij toch zo nu en dan golven van een metertje en een schraal windje. Hier en daar werd er een sweatertje aangetrokken en zag bij sommige die een korte broek aan hadden kippenvel op de benen.
Rond 09.00 uur kwamen we bij het wrak aan, even met de sonar aan de gang en kijken hoe het erbij lag, ik was er zelf al een paar jaar niet geweest. Het wrak was jaren geleden al behoorlijk uit elkaar gevallen. En dat was nu nog meer kon ik op de sonar zien, dan maar even over de Tiny Simone maar die was al behoorlijk verzand, dat is nog een klein bultje.
Dus het werd het graanschip, dreg gooien en wachten op de kentering, een kwartiertje voor de kentering gekeken of de dreg nog vast zat want de ankerwacht gaf toch wel een grotere afstand aan dan normaal, maar hij zat zo vast als een huis. Het zicht aan de oppervlakte was super goed.
Om 10.00 uur ging de eerste overboord en daarna volgde de rest van de duikers, vanaf boven kon ik de grijns op ieder gezicht zien vanwege het zicht bij de ankerlijn.
Na 40 minuten kwam Hans als eerste weer aan de oppervlakte, daarna de hefballon, ik begon rustig de ankerlijn binnen te halen zodat de drie mannen die er nog aan hingen niet te snel naar boven werden getrokken. Nadat de hefballon opzij van de boot dreef kwamen de mannen boven.
Ernst als laatste die maakte de dreg nog even vast aan de kraan die ik al had laten vieren aan stuurboord kant. Aan de verhalen te horen hadden ze een mooie duik gemaakt met geweldig zicht. Toen alles binnen was en de spullen een beetje opgeruimd waren voer ik richting de volgende positie. Op die positie ligt de Engelse onderzeeër E47. Deze onderzeeër is in augustus 1917 gezonken. De reden dat we hierheen voeren was omdat vandaag een krans zou worden gelegd door een kleinzoon van een van de bemanningsleden die hier de dood heeft gevonden. Dit zou worden verzorgd door Hans Eelman (Texel)en Dirk Bruin (Vlieland) Nadat Hans mij gebeld had dat dit ging gebeuren onder de vlag van de Stimon heb ik direct gezegd dat wij daar zouden zijn.
Zie onderstaande verhalen: Door Hans Eelman, wrakduiker in hart en nieren
Dirk Bruin, ook een specialist op en onderwater.
Kranslegging op zee
In het weekeind van 18 augustus aanstaande zal bij gunstig weer een kranslegging plaatsvinden op de Noordzee ten noordwesten van Texel, boven het wrak van de in augustus 1917 gezonken Royal Navy onderzeeboot HMS E47. Dit zal worden uitgevoerd door de kleinzoon van een van de bemanningsleden, de 69-jarige John Wilkinson uit Leeds, Groot-Brittannië. Het wrak van deze onderzeeboot uit de Eerste Wereldoorlog is al ruim 20 jaar geleden ontdekt, en nadien door wrakduikers van de eilanden Vlieland en Terschelling onderzocht.
Het was in 2002 dat de researcher van het duikteam van Vlieland, Dirk Bruin, aan de hand van het door Terschellinger duikers geborgen kanon van het wrak van de onderzeeboot, het wrak wist te identificeren. Door het nummer dat op het bronzen sluitstuk van dit kanon werd aangetroffen werd in de archieven van de bewapeningswerkplaats van de Royal Navy gevonden dat het kanon afkomstig was van de onderzeeboot E47. Van de berging van het kanon en daarop de identificatie van het wrak, is in 2002 officiële melding gemaakt bij het Ministry of Defence in London, en het Submarine Museum in Gosport.
De melding is om onduidelijke reden tot op dit moment niet doorgevoerd in het overzicht van de Royal Navy van al de verloren gegane Engelse onderzeeboten. Op het internet kan men enkel via de website van de Vlielander duiker kennis nemen van de vondst van het wrak van de E47. In februari van dit jaar kreeg Dirk Bruin een brief van Mr. John Wilkinson, waarin deze te kennen gaf te hebben vernomen van de ontdekking van het wrak van de onderzeeboot waar zijn grootvader in augustus 1917 op zee is gebleven. In deze brief sprak Wilkinson de wens uit om ooit eens naar de positie van het wrak te kunnen gaan. Bruin nam daarop contact op met zijn collega wrakduiker op Texel, Hans Eelman, met de vraag om te bemiddelen in het realiseren van de wens van John Wilkinson. De ervaren wrakduiker van Texel heeft al heel wat bijzondere ontdekkingen gedaan in de wateren rond Texel, en heeft zich in 1987 al eens ingezet voor een vergelijkbaar verzoek. Toen werd een kranslegging verzorgd op het wrak van de Engelse onderzeeboot H49, die in 1940 in de Noordzee ten noorden van Texel ten onder ging.
Eelman en Bruin zijn beiden deelgenoot van de reeds meer dan 25 jaar bestaande toonaangevende stichting STIMON ( Stichting Maritiem onderzoek Nederland ) bestaande uit duikende onderzoekers die de maritieme historie boven water proberen te brengen. Hans Eelman heeft na het verzoek van zijn collega op Vlieland contact opgenomen met Mr. John Wilkinson in Engeland, en hem toegezegd dat een bezoek aan de wraklocatie vanaf Texel met zijn schip de Phileas Fogg verzorgd gaat worden. Dit zal zonder kosten plaatsvinden door een kleine selecte groep opvarenden met een groot gevoel en respect voor het drama dat zich destijds voor onze kust heeft afgespeeld. Deze schepen werden bemand door zonen van een land met de opdracht om ons vrede te brengen. Wij hebben vrede , maar de zonen zijn daar nog. Vrijdag 17 augustus komen Mr. Wilkinson en zijn vrouw op Texel aan, en zal op de zaterdag of zondag vanaf Texel koers gezet worden naar de ondergangspositie van de Royal Navy onderzeeboot E47.
In de berichtenwisseling met Mr. Wilkinson schrijft hij; “it has been a life's ambition to visit this site of my Grandfather's wreck”. Door de wrakduikers van Vlieland en Texel zal dit verwezenlijkt worden, en kan John Wilkinson een krans leggen op zee boven het wrak van HMS E47. Voor het geval het weer deze herdenking niet toelaat zal op een later tijdstip de krans op de juiste plaats worden ongeveer 6 mijl uit de kust van Texel worden gebracht.
Stukje van het persbericht 20-8-2012.
Afgelopen vrijdag 17 augustus kwamen Mr. Wilkinson en zijn vrouw op Texel aan en afgelopen zondag is vanaf Texel koers gezet naar de ondergangspositie van de Royal Navy onderzeeboot E47.
In de berichtenwisseling met Mr. Wilkinson schrijft hij; “it has been a life's ambition to visit this site of my Grandfather's wreck”. Door de wrakduikers van Vlieland en Texel werd dit mogelijk gemaakt en zo kon John Wilkinson een krans leggen op zee boven het wrak van HMS E47. Bij de ceremonie op zee was ook de Ursus met duikers van duikteam Ecuador van Terschelling aanwezig, evenals de Mac O. met wrakduikers uit Den-Helder. Vanaf de Ursus werd met de scheepshoorn van de sleepboot Wotan een saluut gebracht. Na de kranslegging heeft Wilkinson op de positie van het wrak van HMS E47 de namen van de bemanningsleden van de onderzeeboot opgelezen.
Hans Eelman Oudeschild Texel.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Royal Navy onderzeeër geïdentificeerd.
Voor de kust van Texel ligt het wrak van een Britse onderzeeboot op de bodem van de Noordzee. Dit wrak werd meerdere jaren gelden al ontdekt, en bij die gelegenheid werd door duikers uit Den-Helder de koperen commandotoren van het wrak gelicht. In 1999 maakten duikers van Vlieland voor het eerst een duik op dit wrak. Verkenning van de resten van de onderzeeër leerde dat het hier waarschijnlijk om een onderzeeër van het E-type ging. Er werd bij deze verkenningsduik wel enige objecten meegenomen, maar geen van dezen maakte duidelijk om welke onderzeeër het hier ging. Naast het wrak lag het kanon wat ooit op het dek van de onderzeeboot had gestaan. Dit kanon was waarschijnlijk door een trawlvisserman van het wrak getrokken. De Vlielanders waren voornemens om bij de eerste gelegenheid dat omstandigheden op zee gunstig waren (vlak water) dit kanon naar boven te hijsen. Maar omdat het toch een tamelijk lange reis was naar wrak 927, en de golfhoogte voortdurend te hoog was, bleef het kanon dat seizoen, en ook het daaropvolgende, op de bodem liggen. Toen duikers uit Groningen in 2001 een duik op dat wrak maakten, en de daarbij gemaakte video-opname op Terschelling toonde, lag het goed bewaarde geheim van de Vlielanders op straat. Een van de daarop volgende dagen was het vlak water, en de Ursus voer meteen uit om dat kanon te bergen. En zo werd het kanon dat eigenlijk bedoeld was om op Vlieland te komen te staan, toegevoegd aan het inmiddels forse arsenaal van Duikteam Ecuador.
Onderzeeboot verliezen Royal Navy:
Tijdens de Eerste Wereldoorlog gingen er in totaal 56 onderzeeboten van de Royal Navy ten onder. Van dit aantal gingen 26 boten van het E-type naar de kelder. Van deze 26 staan er 13 in de boeken als; Lost in de Northsea, cause unknown (ten onder in de Noordzee, oorzaak onbekend). Van deze lijst van 13 E-klasse onderzeeërs zijn er inmiddels 4 door wrakduikers geïdentificeerd. Zo werd het wrak van de E-3 door duikers van het duikteam Zeester uit Groningen geïdentificeerd door de vondst van de scheepsbel, waarin de naam van de onderzeeër stond gegraveerd. Wrakduikers uit Duitsland vonden het wrak van een E-boot in de nabijheid van Helgoland. Dit wrak werd geïdentificeerd aan de hand van inscripties in de moer waarmee de schroef werd vastgezet. Hierin stond de naam E-16 gegraveerd.
“We found the starboard propeller which carries the number of the sub. We took pictures and sent them off to German experts and the relevant authorities in Britain who have confirmed that the submarine was the E16 which was officially reported as missing on August 22, 1916. Duikteam Ecuador vond nabij de Eijerlandse gronden het wrak van een mijnenleggende onderzeeboot van het E-type. Dat het een mijnenleggende onderzeeboot was kon makkelijk herkend worden aan de voorziening voor het laden van de mijnen in de zadeltanks.
Omdat de E-34 de enige mijnenleggende E-boot is die vermist is, en omdat het stoffelijk overschot van de commandant op Vlieland is aangespoeld kon met zekerheid gesteld worden dat het hier om de E34 ging. Definitief bewijs werd gevonden door de Vlielandse wrakduiker Dirk Oosterbaan. Deze vond in het wrak de werfplaat. Op deze ovale koperen plaat staat de naam van de fabrikant Thornycroft, het bouwjaar 1917 en het bouwnummer. Hiermee is ook deze onderzeeboot met 100 procent zekerheid geïdentificeerd. Een van de zaken die een wrakduiker bezig kan houden is de vraag; wat is de naam van het schip waarop ik duik. In het voorgaande werden al drie zaken genoemd waarmee een scheepswrak geïdentificeerd kan worden; de scheepsbel, de werfplaat of een inscriptie in een wrakdeel of object.
Geen van deze zaken werden in wrak 927 aangetroffen. De schroeven zaten enige meters onder het zand, de plaats waar de scheepsbel zou kunnen liggen is bedekt met zand en sediment, de werfplaat zat niet op dezelfde plaats als in de E34.
Kortom, weinig aanknopingspunten.
De researcher van duikteam Noordkaap van Vlieland en tevens schrijver van dit stuk bedacht dat de oplossing kon zitten in het nummer van het kanon. Al in een eerder geval had dit geleid tot de oplossing bij een identificatievraagstuk. Om die reden had hij bij de overige duikers van Vlieland aangedrongen op een berging van het kanon. Maar, zoals gezegd het was niet altijd gunstig weer en er liggen nog zoveel mooie wrakken dichterbij, dus het kanon bleef liggen. Tot vorig jaar, want toen werd het opgehaald door duikteam Ecuador. Na het bekloppen van het relatief kleine kanon kwam spoedig het nummer van het kanon tevoorschijn. In het bronzen sluitstuk stond nummer 1641. Correspondentie met het Museum of Naval Firepower in Gosport leerde dat het kanon in 1916 was geplaatst op de onderzeeboot E47. De brief meldt hierover; A gun record has been found that shows that a 12 pdr 8 cwt Quick Firing gun serial 1641 was issued to submarine E47 on 16 september 1916. The weight (8 hundredweight) is equivalent to 896 pounds, or 407 kilograms. The last entry in the record is ’Lost at Sea’
Hiermee is met zekerheid de identiteit van wrak 927 vastgesteld. His Majesties Submarine E47 is ten noorden van Texel ten onder gegaan.
HMS E47
E-classe onderzeeërs hebben een lengte van 181 voet en een, onderwater, waterverplaatsing van 907 ton. De voortstuwing vindt plaats door twee 8 cilinder diesels van 800 pk of twee elektromotoren van elk 420 pk. De kiellegging van E47 vond plaats in 1914 op de werf van Fairfield Shipbuilding in Glasgow. Op 29 mei 1916 liep de E47 van stapel. Na de indienststelling op 20 oktober 1916 werd de E47 overgedragen aan het 9th Flottila, gestationeerd in Harwich. In april 1917 nam het Duitse scheepvaartverkeer tussen de Duitse Bocht en Rotterdam toe en werden 4 E-klasse onderzeeërs en een destroyer ter ondersteuning ter onderschepping uitgezonden. Een Nederlandse stoomschip werd gestopt en overgenomen.
Op 20 augustus werd in de boeken genoteerd; E47 failed to return from a North Sea patrol. Bij de ondergang van de E47 kwam de voltallige bemanning, 31 in totaal, om het leven.
De bemanning bestond uit;
Lt.EC Carre
PO.H Bell
AB.H Bentley
Lt.CF Creswell
PO. F Johnson
AB. WA Bridge
Lt. KE Elder
RNRLS. A. Moss DSM
ABWV Buckingham
ABD Roberts
AB.FC Webster
Ord Tel. CJ Jeffery
AB.F Vallance
Sig.CH Nash
CERAAS Coward
AB.SR WardenL
Tel.TMH Smith
ERA.GW Bennet
ERA.JC Tomlinson
L StoWT Kelsey
Sto. F Fellows
ERA IH Wilkinson
Sto.CJ K Cuff
Sto.JW Harper
SPOMRD Burnard
Sto. M Dwyer
Sto.CR Howil
Sto.TW Istead
Sto.EA Lindsey
Sto.FJ Pitman
Sto.JH Rae
Kranslegging op de Noordzee
Afgelopen zondag vond de kranslegging op zee plaats, en deze vond onder ideale omstandigheden plaats. Ik ging op de fiets naar het Posthuis, met de Vliehors-Expres naar de steiger en met het bootje van Sil naar Texel waar ik klokslag 12.00 uur door zoon Dennis van vriend Hans Eelman werd opgehaald om naar de Phileas Fogg in de haven van Oudeschild te worden gebracht. Samen met Dennis aan boord gegaan waar ik werd ontvangen door Hans Eelman en kennis maakte met John Wilkinson en zijn vrouw, en de oud-hoofdredacteur van de Texelse Courant Harry de Graaf Aan boord konden meteen de trossen los en werd via het Molengat naar zee gevaren. Aan dek kon ik uitgebreid met John Wilkinson spreken. Ik vertelde hem van onze bevindingen tijdens het duiken op het wrak van HMS E47, de mogelijke oorzaak van de ondergang, het lot van de bemanning en hoe hun stoffelijke resten een laatste rustplaats hebben gevonden. John Wilkinson kon daarop het verhaal vertellen over zijn grootvader Lewis Hallam Wilkinson, of eigenlijk de verhalen die hij van zijn grootmoeder over hem had gehoord. Grootmoeder Wilkinson was, toen John ongeveer 16 jaar oud was, in het ouderlijk huis ingetrokken, en daarom had John een goed- en geregeld contact met zijn grootmoeder. Hij vertelde dat zijn grootvader Lewis H. Wilkinson al voor de Eerste Wereldoorlog tot de Royal Navy was getreden, en dat het gezin destijds ook om die reden in de Marinestad Chatham was gaan wonen. Lewis Wilkinson had eerst op de grote oppervlakteschepen gevaren en was daarmee o.a. in Chinese wateren geweest. Tijdens de WO 1 was Lewis Wilkinson op vrijwillig basis bij de Onderzeebootdienst gegaan, met eigenlijk als enige redenen dat daar iets meer verdiend kon worden dan bij de aan de oppervlakte varende eenheden. In 1917 kreeg de grootmoeder van John Wilkinson het bericht dat haar man vermist was geraakt en vermoedelijk gesneuveld. Omdat John Wilkinson was opgegroeid met de verhalen van zijn grootmoeder, is hij ook zijn hele leven geïntrigeerd geweest over wat er nu met zijn grootvader was gebeurt. Toen hij vorig jaar eens, samen met zijn dochter, op het internet zocht naar HMS E47, werd hij spoedig gewaar de het wrak in 2002 was geïdentificeerd. De reis naar de wraklocatie liep zeer voorspoedig en omstreeks 15.00 waren we op locatie. Daar werden we opgewacht door de Mac O. van duikteam Northsea Divers uit Den-Helder en zagen we even verderop het markante silhouet van de Ursus onze richting op komen.
Met de Phileas Fogg werd het wrak opgespoord en een dreganker met 25 meter lijn en een boei en een blaas op het wrak geworpen.Vervolgens ging ik met Hans Eelman in de rubberboot en wachten aan bij de drijvers tot Dennis de Phileas Fogg langszij kwam.
Daarop werd de blaas verwijderd en kon John samen met Hans de krans aan de lijn bevestigen en werd de krans boven het wrak in zee gelegd. Dit onder toeziend oog van de duikers vanaf de Ursus en de Mac O., waarbij de Ursus nog een indrukwekkend saluut bracht met de scheepshoorn van de Wotan, die Nico Brink speciaal voor deze gelegenheid in het A-frame van de Ursus had bevestigd.
Ik moest daarna afscheid nemen van de zichtbaar geroerde John Wilkinson en zijn vrouw, en overhandigde hem daarbij nog een object dat ik in 2002 op het wrak van de onderzeeboot E47 had gevonden. Het ging hier om een manometer afkomstig uit de overblijfselen van de machinekamer. Na een groet aan Hans Eelman, zijn zoon Dennis en Harry de Graaf stapte ik over op de Ursus die vanaf de wraklocatie van de HMS E47 op een geheime missie ging en die op weg naar huis mij op weer op het strand van Vlieland wilden afzetten. Van Hans Eelman vernam ik later dat John Wilkinson graag nog even boven het wrak wilde zijn om daar de namen te noemen van de, met de ondergang van de onderzeeboot omgekomen bemanning. Daarop hield Wilkinson nog een gedenkrede over de bemanning.
Daarop nog een passage van de Phileas Fogg langs de krans waarbij John Wilkinson en zijn vrouw een laatste groet brachten.
Dirk Bruin: Duikteam Noordkaap – Vlieland, www.flickr.com/photos/dirk_bruin_vlieland/
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Vervolg verhaal: Coen
Wij waren ruim op tijd, tijdens het wachten kwam er zeeschip wel op een hele rare koers ons tegemoet, hij was van de zuidgaande baan schuin over gestoken tegen de noordgaande baan in en kwam redelijk dicht bij ons langs.
Normaal gebeurd dit niet gauw. Rond 14.15 uur zagen wij de MS Phileas Fogg van Hans opdoemen en even later kwam uit de nevel het silhouet van de MS Ursus te voorschijn. Dus anker opgehaald en eerst naar Hans gevaren en begroet om daarna de Ursus te begroeten.
Hille van Dieren en Nico Brinck stonden aan dek van de Ursus samen ook goed voor 100 jaar wrakduikervaring. Op dit moment waren de meest ervaren wrakduikers van drie eilanden samen om een herdenking bij te wonen.
Na deze herdenking via de marifoon een ieder gedag gezegd en zette wij koers naar een ander wrak om daar de tweede duik te maken.
Hieronder de link naar de film op youtube.
We waren net op tijd om de kentering te pakken.
Toen de duikers naar beneden gingen begon het een beetje bewolkt te worden, na 10 minuten begonnen de wolken recht boven mijn hoofd donkerder te worden en een beetje te draaien en al gauw hoorde ik gerommel van boven. Oh Oh, waren mijn gedachten, zo uit het niets onweer en dat recht boven ons. Zo nu een dan kwam er een lichtflits uit de hemel, als dat maar niet erger wordt. Maar er kwam steeds meer gerommel en geflits. 5 minuten later hoorde ik wat sissen maar ik kon het niet thuis brengen waar dat vandaan kwam, toen ik over de spiegel naar achteren keek zag ik wel wat wits dichter bij komen en voor ik het wist had ik een tropische moesson bui op mijn kop. Wat een water zeg, ongehoord, dat is jaren geleden dat ik zulke grote druppels heb gezien. Deze bui duurde ongeveer 7 a 8 minuten. Daarna klaarde het helemaal op en kwamen de mannen weer boven, om niets van het onweer gemerkt te hebben. Tenminste dat dacht ik, Ernst vroeg of ik bovenwater gek geluid had gehoord, ik zij dat er onweer recht boven ons had gezeten, toen bleek dat alle duikers het onweer in het water hadden horen slaan. Toch wel spannend nog zo aan het einde van de dag. Na de tweede duik weer richting Molengat en via Zeedoksluis en Willemsoord om te tanken weer naar de haven.
Coen van de Mac.O