Logboek

Noordzeevirus: dag en nacht.

Na een aantal weken dat het er in het begin van de week er goed uitzag viel het de vrijdag steeds tegen en kunnen we weer niet uitvaren. Maar dit weekend lijkt het er goed uit te zien en we gaan de zaterdag en de zondag duiken. Yes, mijn zwemvliezen en kieuwen begonnen al op te drogen. Alleen lijkt het vrijdag avond dat het in de ochtend nog een te hoge golf staat (1mtr +) en we besluiten de vertrektijd uit te stellen naar 12:45. Omdat ze met de afsluitdijk bezig zijn vertrek ik bijna twee uur voor we uitvaren en toch ben ik maar net op tijd. Ik zie de windmolens behoorlijk draaien en ook Rijkswaterstaat geeft nog golven van boven de meter aan. We varen toch uit en door het Molengat hobbelt het al behoorlijk en de ruitenwisser draait weer overuren en ik plaag Coen met: jij hebt je zin weer met die werkende ruitenwisser. Coen heeft het ook druk met het varen om de boot veilig door de golven te loodsen. Het plan is om twee duiken achter elkaar te maken.

De eerste duik is op de SS Nordlyset, dit wrak kennen wij erg goed en bij aankomst zegt Coen maak er maar een lange duik van ik weet niet of er een tweede duik inzit. Ik ga als laatste te water, Marco en Michel gevolgd door Jeroen gaan als eerste. Het zicht valt niet tegen en ik maak wat beelden van de jufferblokken en de grote moersleutel en van het achterschip. Het valt me op dat de stuurboordzijde verder uit het zand is gekomen.

Na een uurtje heb ik het wel bekeken en kijk hoeveel duikers nog onderwater zijn.  Het blijkt dat iedereen al weg is en ik schiet de hefballon omhoog en inderdaad de tweede duik maken we niet meer. 

De eerste duik is weer gemaakt en voor morgen ziet het er een stuk beter uit. Ik vraag aan Coen hoe laat vertrekken we morgen? Hij zegt: We gaan 7:30 varen. Ik pik Pim op voor zijn tweede wrakduik en Gill gaat ook mee voor haar tweede wrakduik.

Het plan is om ook zondag twee duiken achter elkaar te maken omdat Ernst ook op tijd thuis moet zijn. In de sluis moeten we even wachten op een vrachtschip en dit schip heeft niet veel haast en dit lokt Coen tot een opmerking van iets van vrouw achter het stuur. Toen het schip eindelijk vast in de sluis lag zegt Gill dat heeft ze toch netjes gedaan.

Coen direct, ja dat is ook logisch dat je daar een dag over doet, Gill was het daar gedeeltelijk mee eens vooruit ze deed er een halve dag over. Dit zorgde voor de nodige hilariteit. We komen na de sluis op een vlakke zee wat een verschil met gisteren. Ook de ruitenwissers hebben een rustdag. Bij het eerste wrak bij Noorderhaaks lijkt het zicht niet geweldig en we geven aan Pim en Gill aan wanneer het zicht slecht is kom dan gewoon terug dan pakken we een ander wrak waarbij het zicht beter is. Ik duik direct achter Gill en Pim het water in en ik zie ze al terug komen en dat houdt dus in dat het zicht niet goed is. Bij het anker aangekomen is het zicht inderdaad minder dan een halve meter. Dus de hefballon maar omhoog en op naar het volgende wrak. We gaan naar het volgende wrak en ook hier is het zicht niet denderend. Toch apart gisteren toch 3 meter zicht en vandaag geen. We varen nu door naar de E17 een Engelse onderzeeër uit de eerste wereld oorlog. Deze ligt in dieper water. Het zicht lijkt hier toch een stuk beter. We moeten hier nog even wachten voor we te water kunnen gaan.

Tijdens het wachten zien we een rode waas in de verte langs drijven, Coen denkt aan een algensoort en Pim zegt als dat zo is waarom zijn er dan geen vogels boven die algen? Dat antwoord komt al snel wanneer we te water zullen gaan. Die smerig stinkende rode drap komt nu langs de boot drijven. Gill slaat deze duik over omdat ze zich toch niet fit voelt. Pim gaat als eerste te water,

ik volg hem en bij het anker aangekomen zien we die weer in het zand ligt dat had Coen ook al gezegd. We moeten volgens mij wel anderhalve meter naar rechts om bij de onderzeeër te komen. Er is een enorme hoeveelheid jonge vis op het wrak en de onderzeeër ligt er mooi bij zonder de toren, deze staat in Engeland.

Ook zijn er enorme kreeften in het wrak.

En de tijd vliegt voorbij en moeten we weer aan de opstijging beginnen. Terug aan boord vraagt Coen hoe lag het anker? Ik zeg dat die een anderhalve meter van de onderzeeër lag en Pim geeft bij Coen aan dat er een metertje tussen zat en Coen zegt direct dan geloof ik jou Pim en Richard die Diva is veel te verwend! Ondertussen komt Ernst ook aan boord en ik vraag Ernst hoe het anker lag en hij zegt hij lag ruim 5 meter van het wrak af lag en Coen moppert stelletje verwende diva's. Op de terugweg controleren we nog wat puntjes en de meeste punten zijn biljartlakens maar er zitten ook weer paar potentiële interessante punten bij.

Ook komen we een jonge zeehond tegen die lijkt niet te kunnen zwemmen, Coen meld dit bij de Verkeerscentrale en Ernst maakt zich klaar om te water te gaan om te kijken of die kan helpen. Coen brengt de boot in positie en Ernst springt overboord en ploep de zeehond is verdwenen. Zodra Ernst weer aan boord is zien we de zeehond weer drijven voor de boot, hij zal wel ziek zijn. De verkeerscentrale gaat het verder regelen en wij varen weer terug naar de haven. Het was wel een weekend met een verschil van dag en nacht qua zicht en golven en ook de geplande 5 duiken en de gemaakte 2 duiken. Maar al met al een geslaagd weekend. Hopelijk kloppen de weerberichten ook nu niet voor komend weekend omdat die er nu wel vreselijk slecht uitzien.

Hopelijk kunnen we weer gauw wrakduiken het virus kriebelt behoorlijk.

Tot de volgende

Gr. Richard