Met 5 man zouden we naar de E 36 gaan die Hans Eelman gevonden zou hebben. Vrijdagmiddag al wezen sonarren en aan die beelden te zien was het zeer twijfelachtig of het wel een onderzeeër zou zijn. Het wrak lag veel te veel verspreid voor een onderzeeër, het lag wel over een gebied van dik 200 meter en dat is normaal gesproken niet mogelijk bij zo’n wrak. Dus werd er besloten om zaterdag een onderzoek te gaan doen op de (E36).
Afgesproken werd om 11.00 uur uit de haven te vertrekken.
Iedereen was op tijd, dus varen maar. Ik was vandaag opstapper bij coen, omdat de groep niet te groot was en wel op één boot kon. Eenmaal de haven uit stond er toch wel een goeie wind, Oost 5 en zou volgens de verkeerscentrale aan gaan trekken naar 6 Bft.
Eenmaal op de plek aangekomen werd er toch getwijfeld door Coen of het wel verstandig was om te gaan duiken, aangezien de wind zou aantrekken. Na beraad toch besloten om dan maar een korte duik te maken.
Dus de camera’s werden klaar gemaakt en met zijn vieren te water om te kijken of het wel een onderzeeër zou zijn. Beneden aangekomen (wel 7 meter diep) was het zicht goed, ongeveer 4 meter, en het was meteen duidelijk dat dit geen onderzeeër was. Het anker lag meteen bij een schroefastunnel wat door Eelman voor een onderzeeër werd aangezien, verder nog stalen wanden met ook veel houten blokken voor de touwen van het zeil, reserve schroef(van staal), dus dit was onmogelijk een onderzeeër, wat we aan de hand van de beelden al verwacht hadden.
We zijn maar een halfuurtje onder geweest maar het was duidelijk dat het om een koopvaardijschip moest gaan.
Maar welke? Nou dat hopen we ooit nog een keer te ontdekken.
Hugo Raven, van de Red Rover