Logboek

Noordzeevirus: Ik ben te verwend, Pinksterweekend.

Afgelopen zaterdag werdt ik gebeld door Hugo met de mededeling dat hij nog een plekje voor mij vrij had op de boot. Dat is goed nieuws, dan kan ik het Pinksterweekend toch lekker duiken. Wel jammer dat de boot van Coen nog niet klaar is en we deze keer maar met één boot richting Terschelling gaan. De weervoorspellingen geven voor de zaterdag wat regen aan en de wind zou de zondag aanhalen, hier moet natuurlijk wel rekening mee gehouden worden. Mijn huis staat te koop omdat het wat te klein wordt, heb ik ook wat spullen tijdelijk elders ondergebracht. Waar oh waar heb ik mijn tent heen gebracht? Ik weet het niet meer en het lijkt me toch wel makkelijk omdat we in de buitenlucht moeten slapen. Gelukkig belt Hugo me op en verteld me dat hij wel een dekkleed meeneemt die dan over het achterdek gespannen kan worden. Ook wordt de vertrektijd van elf uur doorgegeven. Ik kan de donderdagavond nog mooi met de cursisten oefenen en de fles voor vertrek vullen. Rond kwart voor negen stap ik in de auto en rijdt naar Den Helder. Het zonnetje schijnt en het IJsselmeer is zo vlak als een spiegel. Yess, dit ziet er goed uit! Ik kom daarom ook fluitend in Den Helder aan. Hugo is al druk bezig de boot klaar te maken en ik help hem direct, nadat ik eerst een foto heb gemaakt met laden.

Peter en Leonard komen vlak daarna ook helpen en we zijn ruim voor elf uur klaar, we vertrekken richting de sluis, hier moeten we een tijdje wachten voor we erdoor kunnen.

Wanneer we geschut zijn varen we door de haven en zien dat Bertus de zeehond  een zeemeeuw aan het verorberen is.

Krijgt hij nog geen vis genoeg van de vissers? Tijdens het varen komen we nog verschillende zeehonden tegen. Het is een enorm vlakke zee het lijkt wel een Middellandse zee, zeker met de zon erbij! We varen genietend van de zon naar ons eerste wrak van het weekend toe.

Het eerste wrak is de UB 61 een Duitse onderzeeër welke op 28 april 1917 als nummer 86 te water werd gelaten op de werf van A.G. Vulcan-Werft in Hamburg. Op 23 juni 1917 werd de onderzeeboot in dienst gesteld als de UB 61. En vergaan op 29 november 1917 door een mijn van de Engelse onderzeeboot E 51. Op de dieptemeter steekt het wrak er goed uit en we gaan ankeren. We zien het anker meters gaan, wauw wat een zicht! Dit beloofd wat en we zijn allemaal ook snel te pak

en gaan gauw te water, halverwege de lijn zie ik het wrak al liggen! Wanneer ik de hefballon en de wrakkenreel heb bevestigd ga ik rustig het wrak verkennen zonder duiklamp! En maak wat foto's en filmpjes en de tijd vliegt voorbij en voor ik het weet moet ik weer aan de opstijging beginnen.

Om het zicht te meten ga ik kijken wanneer ik het wrak uit het zicht kwijt ben. Op de duikcomputer begon ik bij een diepte van 21,6mtr en bij 9,5mtr ben ik het wrak pas uit het zicht kwijt! Wanneer ik boven ben zie ik de Red Rover liggen en moet daar natuurlijk een foto van maken, wat een idyllisch plaatje!

Ik ben als eerste aan boord van de Red Rover en geniet nog even wat het mooie weer. Daarna zie ik Peter de opstijging maken en maak er een foto van en om Coen ook mee te laten genieten van ons zicht. Later bleek dat Leonard een filmpje van mij had gemaakt en erbij had geteld om te benadrukken hoeveel zicht we hebben! Hugo heeft hetzelfde gedaan met Leonard en deze op facebook gezet! Dit filmpje is duizenden keren bekeken! Ik kreeg nu wel een beetje medelijden met Coen! Terug aan boord komen er weer enorme verhalen over wat we allemaal hebben gezien en hoe het wrak er nu bij ligt. De achterkant is wat meer verzand maar de voorkant is veel meer vrijgekomen! We zijn er allemaal even ingezwommen! Je weet dan ook wat een krappe bedoeling het geweest moet zijn. Tijdens het varen worden de flessen gevuld, voor we Terschelling hebben bereikt zijn de meeste flessen gevuld alleen de mijne moet nog. We kunnen naast de Zeester (een ander wrakduikteam) aanleggen. We worden hartelijk begroet en maken een praatje voor we met het eten beginnen (lees Leonard). Hij heeft een complete rijsttafel gemaakt en de bemanning van de Zeester kijkt jaloers naar ons feestmaal!

Hugo zegt verbaasd moeten we dat allemaal opeten? We zijn een heel eind gekomen en er was nog een heel klein kliekje rijst over, de rest is schoon op gegaan (vreetzakken). Hierna nemen we nog een drankje en we hebben het plan om even naar het clubhuis van Ecuador te gaan, dit laten we spoedig varen omdat we zaterdag al om half negen moeten varen. We besluiten om aan boord te blijven en vroeg naar bed te gaan, ondertussen horen we van de Zeester dat ze pech hebben met de compressor en dat ze de flessen bij Ecuador moeten vullen. Ook horen we dat van de Ursus de motor is vastgelopen, en dat het waarschijnlijk het einde van dit beroemde wrakduikschip van duikteam Ecuador is.

Dit is wel zonde natuurlijk maar ja tijden veranderen ook natuurlijk, je mag namelijk toch niks meer meenemen! Dus alles wat je ziet in het wrakkenmuseum op Terschelling en voor het clubhuis van Terschelling mag niet meer. Ik kan wel zeggen dat ik een keer op dit beruchte/beroemde schip heb geslapen! (Pinksteren 2014). We gaan netjes vroeg naar bed het was namelijk rond half één! Wij (Peter en ik) slapen heerlijk onder het dekzeil met alle ruimte! We zijn allemaal ruim voor acht uur weer wakker en zitten aan het ontbijt met gebakken eieren.

Daarna gaan Leonard en ik even het plaatselijke drankje inslaan en het havengeld betalen, Hugo gaat met Peter water tanken. Hierna kunnen we de zee op het is wel iets na negenen nou ja dan straks maar wat stroming. We gaan nu naar Stolzenfels hieronder een korte beschrijving van het wrak: Het Duitse stoomschip STOLZENFELS werd in 1917 tewater gelaten als ALTENFELS. In 1919 als prijs overgenomen door Engeland en in gebruik gegeven door de Shipping Controler aan P. Henderson & Co. In 1920 verkocht aan de Prince Line en hernoemd tot EASTERN PRINCE. In 1924 verkocht naar de Hansa D.D.G. en hernoemd tot STOLZENFELS. In 1939 overgenomen door de Duitse Kriegsmarine en in dienst als SPERRBRECHER 12. In 1940 werd het schip in Kiel voorzien van twee oude 8.8 kanonnen uit de 1e wereldoorlog.
Op 5 mei 1941 liep de STOLZENFELS bij Terschelling op een mijn en is gezonken. Ook hier zien we het anker weer een heel eind naar beneden gaan.

En ik ben als eerste te pak en spring overboord voor de duik. Ook is het hier prachtig hoe het wrak spoedig voor mij opduikt. Ook dit wrak ligt op een diepte rond de 22mtr. Ik speel weer vrolijk met mijn camera's wat een leven enorme Noordzee krabben en Kabeljauwen en kreeften! Voor ik het weet is de duiktijd weer om en de flessen leeg. Wanneer ik boven ben zie ik Hugo nog aan boord? Niet aan het duiken Hugo vraag ik. Nee mijn nekseal is gescheurd dus ik sla deze duik wel over en pak de volgende wel. Peter komt vlak achter mij aan en Leonard is de laatste aan boord. Hierna varen we wat rond en bekijken welk wrak we nu gaan pakken. Ondertussen worden de flessen weer gevuld. Na een paar punten te hebben bekeken besluiten we naar de Courier Robert Lea te gaan. Hieronder weer een korte beschrijving van het wrak. Op vrijdag 27 juli 1917 ging de reddingboot BRANDARIS 1 vanuit Terschelling uit op militair bevel. Bij het Noordoostgat gekomen zagen ze dat er een schip gestrand was in de Noordergronden. Bij het schip gekomen was er niemand aan boord van het stoomschip en zag men dat het schip al geheel geplunderd was. Het vreemde was dat het schip nog geheel onder stoom lag en de kachel in het kombuis nog brandde. In de machinekamer ontdekten ze dat de buitenboordskranen openstonden en dat het water op volle kracht naar binnen stroomde. Ze konden nog net op tijd deze kranen bereiken om ze dicht te draaien. Hierop verlieten zij het schip. De naam en plaats van herkomst waren overgeschilderd maar in de machinekamer ontdekten ze een oud machinekamer journaal en lazen daarin dat de naam COURIER was, thuishaven Christiania. Ook zat er een gat in de romp waarschijnlijk veroorzaakt door een bom. In 1920 werden de resten van de COURIER opgeruimd door de fa. Dros van Texel omdat het wrak een gevaar opleverde voor de scheepvaart. Dit wrak ligt op een diepte van rond de 15mtr, voor we te water konden moesten we toch even wachten op de kentering. Iedereen zocht een plekje op de boot en ging even de binnenkant van hun ogen bekijken en het is heerlijk rustig aan boord. We zijn ook weer ruim twee uur voor de kentering wakker, we zijn ook niet van plan om helemaal op de kentering te wachten en Hugo en ik besluiten om alvast te water te gaan ook omdat het goede zicht aanlokkelijk is. Hugo gaat nu in zijn oude natpak. Het pak leek wel een beetje gekrompen zei die, dit zorgt natuurlijk voor de nodige hilariteit, maar hij komt toch in het pak. Ik ben weer als eerste te water en geniet van het geweldige zicht. Er staat nu wel een redelijke stroming en voor het maken van foto's en filmpjes heb ik nu wel wat meer moeite om de balans te vinden. Ik kom hier pijlinktvis eieren tegen en verschillende vissen en ik zie zelfs een vis die ik nog niet eerder gezien heb.

Deze moet ik dus maar even opzoeken wanneer ik thuis ben. Dit wrak is inderdaad compleet uit elkaar gescheurd en overal liggen onderdelen van het schip. Terwijl ik aan het genieten ben komt er een enorme school bliekjes langs zwemmen waardoor het zicht even wat minder is..... Ook hier heb ik al snel de  fles weer leeg getrokken en is het tijd om weer naar boven te gaan. Hier is Hugo ook al en pakt mijn vinnen aan en zegt: tjong wat is dit een kaal wrak. Ik moet hem hierin zeker gelijk geven maar je kan er heerlijk duiken met dit zicht. Peter en Leonard komen al spoedig achter ons aan boord en kunnen we weer fles vullend naar Terschelling en alvast een tafel reserveren bij restaurant de hekseketel. Dit is ook een vaste prik. We komen hier Nico tegen met zijn gezin. Dit is een ervaren wrakduiker van Terschelling met een hele hoop historische kennis. We maken een even een kort praatje waarnaar we onze tafel opzoeken. We hebben onze keuze uit het menu in een record tijd gemaakt en bij een potje bier worden onze duiken besproken en natuurlijk de sterke verhalen. Het eten smaakt weer uitstekend en het bier smaakt ook goed. Half elf zoeken we weer de Red rover op maar die halen we niet want we gaan even in de kajuit van de Zeester een praatje maken en nemen we wat apenwater. Het is weer ruim na twaalven voor we onze bedden weer opzoeken Peter en ik zoeken onze luxe slaapplekken weer op. Om tien voor vijf staan we weer op en gooien de trossen los en gaan weer richting de UB 61 ondertussen ruimen wij onze slaapplek  op en wordt er een bakje koffie gezet. We merken al dat er een stuk meer wind staat! Zeeweer en de Brandaris geven golven van 60 cm aan. Dus goed te doen. Alleen hebben wij die golven van 60 cm niet gezien, die waren vast verborgen achter de golven van de meter plus en de koppen stonden er op! Tijdens het varen begon mijn maagje te protesteren en heb ik even de visjes gevoerd daar knapte ik wel van op. Nadat het anker uitgegooid is heb ik nog geen zin om te water te gaan en laat deze duik voor wat het is. Het zicht lijkt ook ietsjes minder te zijn en wat golfjes, ik begin toch te verwend te worden omdat ik deze duik oversla. Ik ben niet de enige die deze duik overslaat. Het komt er op neer dat alleen Leonard nog een duik gaat maken. Hij geeft na de duik ook aan dat het zicht wel ietsjes minder was. Hierna werd er besloten om binnendoor te gaan en via het wad terug naar Den Helder. Terwijl we al Vlieland voorbij waren hoorde we dat de Zeester ook uitging varen. We hebben ze nog even kort via de marifoon contact gehad en gemeld dat de zee een beetje knobbelig was, ach daar trekken deze mannen zich toch niks van aan. Omdat we toch wel trek hadden en we niet bij ons ontbijt kunnen hebben we eerst maar een soepje gemaakt, is weer eens wat anders als ontbijt. We hadden het tij tegen en dit koste een paar knopen en rond twaalf uur hebben we de boot voor anker gelegd en het dek vrij gemaakt zodat we bij ons brood en beleg kunnen en hebben we rustig gegeten en genoten van het zicht over het wad met alle zeilschepen. Leonard mopperde dat hij wel weer eieren gingbakken en dat ik als verwend nest op het mooiste plekje ging zitten! Na de lunch mogen Hugo en ik de afwas doen. Daarna werd het anker gelicht en voeren we verder en  kwamen we langs een bank met wat zeehonden

ook hier heb ik wat foto's gemaakt en om zes uur varen we de Haven van Den Helder in en kunnen we de Red rover weer verlossen van alle spullen.

Zeven uur was de Red Rover weer spik en span en kunnen we weer naar huis rijden. Dit is een lange rit en heb Metallica op tien staan om een beetje wakker te blijven. Thuis aangekomen de auto lossen en een hapje eten, alleen omdat Annerie weg was naar een workshop en na het eten alles inclusief mezelf gereinigd. Daarna knikkebollend wachten tot Annerie weer thuis komt en na een drankje het bed opgezocht! Het was weer een top weekend geweest met prachtig zicht en van alles te hebben beleeft. Ik ben alweer klaar om weer uit te varen! Het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan, het virus blijft me plagen.

Groetjes Richard van de Northseadivers.