Logboek

Na de vakantie eens even een mailtje sturen naar Coen, met hierin de vraag of er binnenkort nog plek was op de boot voor een dagtrip. Binnen 5 minuten werd ik opgebeld, waarin verteld werd dat er misschien zondag wel werd gedoken. Mits het weer het toe laat uiteraard. Die zaterdagmiddag kregen we het verlossende antwoord. Ja het gaat door. Er was voor 2 personen ruimte, want hij had ook al andere duikers aan boord.
Marcel en ik hadden er nu al zin in, de dubbel 7 werd opgetopt en de spullen gereed gezet. Deze stonden nog bij mij in de garage en bij wijze van spreken nog niet droog van de vorige duik. Vroeg naar bed en de volgende ochtend stond ik om 6:15 uur bij Marcel op de stoep. De reis ging naar Den Helder. Om 7:30 uur kwamen we aan in de haven, en we laadden de spullen alvast aan boord. De kapitein liet niet lang op zich wachten, we werden aan een aantal andere duikers voorgesteld en om 08:00 uur werd de boot gestart en voeren we de haven uit.
Binnen 5 minuten zat de sfeer er al goed in. Een ieder had er zin in, en zo vertrokken we door de sluis van Den Helder richting de Noordzee. Er stond nu redelijk wat golfslag, vors meer dan vorige keer. Marcel ging weer sturen, dit lijkt gewoonte te gaan worden. Maar onder de kenners weten we dat dit een diepliggende gedachte heeft. Marcel voelde zich “king of road”. En zo vaart hij dan ook, inclusief bochten en rotondes. Normaal gesproken vaar je er een uurtje over, maar we hebben er iets langer over gedaan omdat er geen rechte lijn werd gevaren. Na een tijdje werd de motor zachter gezet en gingen we op sonar het wrak zoeken. We gingen vandaag duiken naar de “Minataur”. Een oorlogsschip van de Engelsen welke op 22 december 1810 op een zandbank liep. Een vrij oud schip, maar we zouden toch dingen moeten kunnen herkennen. Tevens zouden er nog kanonnen bevinden op de bodem van de zee. Het wrak werd gelokaliseerd en het anker werd overboord gegooid. Het anker heeft heel even gekrabbeld, maar zette zich al snel vast. Marcel en ik gingen samen duiken, nadat we de spullen om hadden gedaan liep ik richting het achterdek. Nadat ik het sein had gekregen dat ik overboord mocht stappen liet ik mij in het water glijden. Er was een touw gespannen tussen het  achterdek en ankerlijn. Hier zwom ik dan ook direct naartoe. Bij de ankerlijn die naar beneden ging lag mijn gereedschap al geduldig op mij te wachten net zoals een extra complete persluchtfles. Ik koppelde het gereedschap aan een D-ring van mijn trimvest en vervolgde mijn weg naar het anker. Vooraf was afgesproken dat ik het anker zou controleren of deze wel goed vastzat. Daar aangekomen heb ik het anker iets dieper en steviger vast gezet en draaide mij om richting ankerlijn om te kijken of Marcel al beneden was. Die bleek al in opperste staat van paraatheid te zijn en nadat we de wrakkenklos hadden vastgemaakt aan het anker begonnen we aan onze duik. Binnen 5 minuten hadden we een holletje gevonden waar wel eens iets in kon zitten. Ik gebaarde naar Marcel en deze zat er gelijk met kop en oren in. Niet veel later kwam hij tevoorschijn met een rond gevaarte in zijn hand. Het was een kanonskogel, ook ik zag een bult met gevaarte liggen en begon met mijn wandelstok (breekijzer) een hefboom te creëren. Na wat krachtmetingen had ook ik iets in de handen wat zou kunnen duiden op een kanonskogel. Beide gevallen werden in de gevonden voorwerpen bak gedeponeerd en vakkundig dicht gesnoerd met behulp van een strop. De strop werd hierna vast gemaakt aan de kleine hefballon die voor het horizontale afstand gebruikt werd om de grote hefballon te bereiken. Deze kleine hefballon was een uitkomst. Een leer die we uit de vorige duik getrokken hadden. Het ging perfect. Het tasje met ijzer werd vastgemaakt aan de grote hefballon waar ook het anker aan vastzat en de duik werd voortgezet. We hebben een aantal kanten op gezwommen, waar stuitten alleen op zand. Toen op het moment dat we de andere kant van het wrak maar eens gingen bezoeken keek ik naar de manometer van Marcel, 90 bar. Normaal gesproken ben ik zuiniger met mijn lucht dan Marcel, maar ik had wel wat arbeid verricht. Toch maar even kijken, nog maar 60 bar. Verhip, dit had ik niet van mijzelf verwacht. Maar arbeid onder water neemt veel lucht. Nu wist ik dit wel, maar ik had het nog niet in deze mate bij mezelf mee gemaakt. Een extra reden om de compressor om te bouwen naar 300 bar, de dubbel 7 300 bar had ik inmiddels al, alleen de vulmogelijkheid nog niet. We maakten ons los van de ankerlijn en gingen via de ankerlijn omhoog. De andere duikers zouden het anker lichten m.b.v. de grote hefballon. Nadat we enige tijd op 5 meter hadden gehangen ben ik richting achterdek gezwommen en aan boord gestapt.
Het was voor Marcel en mij wel even spannend op het moment dat de hefballonnen met hieraan de kanonskogels aan boord kwamen. Hadden we alles wel goed vast gemaakt, is het wel naar boven gekomen, krijgen we het heelhuids aan boord en is het brok ijzer van Bjorn nu echt wel een kanonskogel. Ons geduld werd gelukkig niet lang op de proef gesteld. Al snel kwam de hefballon boven en niet veel later de 2 andere duikers. Nadat de andere duikers aan boord waren gestapt werd de ballon richting het achterdek gedirigeerd. Het koste ons enige moeite, maar alles is veilig aan boord gekomen. Vol trots staan we hieronder op de foto met kanonskogels in de tas, net nadat deze aan boord werd gehesen.

kogels

Hierna werden alle spullen weer in de tassen gedaan en ging de reis naar Texel. Hier hebben we een speciaal biertje gedronken, namelijk Texels bier. Een naam die je niet snel verwacht op dit eiland. Ik moet zeggen, dit is een biertje die iets wat zoet overkwam. Je drinkt er geen liters van op, maar zo op zijn tijd. Je vaart toch langs het eiland, en je moet de dag wel helemaal pakken.  Nadat we het toilet ook hadden bezocht en hadden afgerekend liepen we weer richting de Mac O.
De trossen werden losgegooid en we voeren richting de haven van Den Helder. In de sluis nog wat vis chanteren, dit slaagde helaas niet maar het was het proberen waard. In de haven hebben we nog een drankje genomen, geproost op een geslaagde dag en heerlijk van het zonnetje genoten. We mogen weer terugkijken op een fantastische dag, leuk gezelschap en vooral een mooi souvenir voor thuis.

Thuis gekomen ben ik verder gaan bikken, en ook ik ben in het bezit van een kanonskogel van de “HMS Minataur”. De kogel ligt nu in een bak met zoet water. Hier mag hij eerst nog wel even in liggen, circa een jaar. Hierna is er een mogelijkheid om de kanonskogel goed geconserveerd te krijgen, namelijk door het verhitten in een oven. Dus over een jaar nog maar eens kijken of dit gaat lukken. In die tussentijd moet het water wekelijks ververst worden, dus zie ik hem nog wel regelmatig. Hij kan straks mooi in de voortuin liggen, naast het anker uit Zeeland.

Hieronder nog even een foto van Marcel met de kanonskogel in de handen.

marcel

Met vriendelijke groet,

Bjorn Sloos en Marcel Vreeling Duikteam Heerenveen